En dan wordt het avond, Giraf wil nog niet naar huis…
(uit: Giraf gaat slapen)
Wist je dat?
De boeken van Giraf gaan natuurlijk over mij!
Ik woon in een vuurtoren in het midden van het eiland. Ik draag altijd een tuinbroek. Dat vind ik het allerfijnste, want als je dan een keertje vies wordt, dan geeft dat helemaal niets. En geloof me, ik word vaak vies!
Ik maak vaak nieuwe dingen mee, dat is zo spannend.
Ik woon natuurlijk niet alleen op het eiland. Ik woon er met mijn allerbeste vrienden. Ik heb er drie en dat is heel veel.
‘Giraf vertel me leuke verhaaltjes over een stoere Krook!
(uit: Giraf en de krookeritis)
‘Hallo allemaal’
(uit:Giraf leert fietsen)